Skip to main content

Woordenlijst

Deze meertalige woordenlijst bevat gemakkelijk te begrijpen definities voor de belangrijkste wetenschappelijke termen op het gebied van risicobeoordeling die op deze website worden gebruikt. Termen en definities daarvan zijn in onze communicatieproducten als pop-ups opgenomen om begrippen uit te leggen aan het algemene publiek.
In de woordenlijst wordt gebruikgemaakt van standaardspelling in het Engels. Acroniemen worden met hoofdletters geschreven. Termen worden met kleine letters geschreven. De termen en verklaringen worden vertaald in alle 24 officiële talen van de EU.
De woordenlijst wordt regelmatig bijgewerkt. Relevante ontbrekende termen kunnen voor opname in de lijst worden voorgesteld via het online vragenformulier.

Disclaimer: De definities in de woordenlijst zijn uitsluitend bedoeld om de gebruikers van deze website te helpen wetenschappelijke terminologie te begrijpen. De definities kunnen verschillen van die in de wetgeving van de Europese Unie en in het EFSA-tijdschrift.

G


Een manier om toxicologische beoordelingen te organiseren om de efficiëntie te maximaliseren en het gebruik van dieren tot een minimum te beperken. Het gaat om een hiërarchie (niveaus) van tests, te beginnen met tests die gebruikmaken van bestaande informatie of eenvoudige biologische methoden alvorens op tests met cellen en uiteindelijk levende dieren over te stappen als dat nodig is.

Een veiligheidsbeoordelingsprocedure voor microben die in de voedselketen worden gebruikt. QPS maakt gebruik van bestaande kennis over de veiligheid van specifieke microben om onderscheid te maken tussen niet-zorgwekkende microben (die een QPS-status kunnen krijgen) en microben die een risico kunnen vormen en aan een volledige veiligheidsbeoordeling moeten worden onderworpen.

Het gehalte van een nutriënt in de voeding die voldoet aan de dagelijkse behoeften van de helft van de mensen in een typische gezonde populatie.

Gentechnologie om de overdracht van bepaalde gewenste genetische elementen in een doelpopulatie te versnellen.

Een organisme dat genetisch materiaal bevat dat doelbewust is gewijzigd en dat niet van nature via veredeling of selectie voorkomt.

De creatie van een genetisch gemodificeerd organisme (GMO) met meer dan één genetische modificatie. Dit kan gebeuren door a) twee GMO’s te kruisen met elk een of meer reeds bestaande modificaties, (b) het uitvoeren van een tweede genetische modificatie in een bestaand GMO of c) het gelijktijdig invoeren van meerdere genen of eigenschappen.

Genetische variatie tussen en binnen soorten.

De totale hoeveelheid genetisch materiaal in de cellen van levende organismen.

Processen om het genetisch materiaal van dieren, planten en micro-organismen met hoge precisie op beperkte of uitgebreidere schaal te veranderen.

Wanneer een stof het DNA in cellen kan beschadigen.

Een methode om een of meer genen in een levend organisme te visualiseren. Het wordt vaak gebruikt om een bepaalde eigenschap te begrijpen.

Proces dat het genetisch materiaal van een organisme verandert door het genoom te wijzigen, delen ervan te verwijderen of er nieuw DNA aan toe te voegen.

Nieuwe kunststofgoederen of materialen die gemaakt zijn van gerecycled kunststofafval.

De rijping van lichaamsfuncties die nodig zijn voor het metaboliseren van andere voedingsmiddelen dan melk, d.w.z. dan moedermelk of flesvoeding, en de neurologische veranderingen die nodig zijn voor een veilige en doeltreffende overgang van zogen naar lepel- en zelfvoeding, met inbegrip van de kennelijke opkomende belangstelling van zuigelingen voor andere voeding dan melk.

Techniek waarbij specifieke mutatie(s) op bepaalde plaatsen van het genoom worden geïnduceerd, zonder nieuw genetisch materiaal in te brengen.

Een erkende manier om nauw verwante soorten organismen in te delen. Het geslacht is het eerste deel van de Latijnse naam van een soort; Homo Sapiens (mens) maakt bijvoorbeeld deel uit van het geslacht Homo.

Een stof of activiteit die schadelijke effecten kan hebben op levende organismen of omgevingen.

Een systeem dat gevaren voor de voedselveiligheid identificeert, evalueert en beheerst. Het wordt door levensmiddelenbedrijven ten uitvoer gelegd om te zorgen voor een veilige productie, opslag en vervoer van levensmiddelen.

De eerste stap in de risicobeoordeling behelst de identificatie van biologische, chemische en fysische agentia die schadelijke gezondheidseffecten kunnen veroorzaken.

De tweede stap in de risicobeoordeling behelst het definiëren van de aard van de schadelijke gezondheidseffecten van biologische, chemische en fysische agentia die in levensmiddelen aanwezig kunnen zijn. Het proces moet, indien mogelijk, inzicht verschaffen in de betrokken doses en de daarmee samenhangende reacties.

Producten die worden gebruikt om de groei van wenselijke planten te beschermen, te behouden of te beïnvloeden of om de groei van ongewenste planten of delen van planten te vernietigen of te beheersen.

Elke praktijk (bijv. een verklaring of een visuele vermelding) die bij het in de handel brengen van levensmiddelen wordt gebruikt om aan te geven dat de consumptie van een bepaald levensmiddel, nutriënt of ingrediënt voordelen voor de gezondheid oplevert.

Richtsnoeren voor veilige consumptie van stoffen waarin rekening wordt gehouden met actuele veiligheidsgegevens, onzekerheden in deze gegevens en de waarschijnlijke duur van het gebruik.

Een genetisch gemodificeerd organisme (GGO) is een organisme dat genetisch materiaal bevat dat doelbewust is gewijzigd en dat niet van nature via veredeling of selectie voorkomt.

Goede laboratoriumpraktijken (GLP’s) vormen een gestandaardiseerde manier om studies op laboratoriumbasis te plannen en uit te voeren en er verslag over uit te brengen om hoogwaardige kwaliteit en betrouwbaarheid te waarborgen.

eiwit in tarwe, gerst en rogge. De symptomen van coeliakie worden veroorzaakt door de inname van gluten.

Ander organisme dat niet genetisch gemodificeerd is, maar dat wel een interactie kan aangaan met of beïnvloed kan worden door de aanwezigheid van een genetisch gemodificeerd organisme.

Een goede fabricagepraktijk (GMP) is elke praktijk met betrekking tot de voorwaarden en maatregelen die nodig zijn om de veiligheid en geschiktheid van levensmiddelen in alle stadia van de voedselketen te waarborgen.

Een gestandaardiseerde werkwijze die garandeert dat levensmiddelen veilig en hygiënisch worden geproduceerd.

Een gestandaardiseerde methode voor het plannen, uitvoeren en rapporteren van laboratoriumstudies om een hoge kwaliteit en betrouwbaarheid te waarborgen.

Elke praktijk met betrekking tot de voorwaarden en maatregelen die nodig zijn om de veiligheid en geschiktheid van levensmiddelen in alle stadia van de voedselketen te waarborgen.

Een term voor het beschrijven van de vele manieren waarop dieren en mensen met elkaar kunnen interageren, waardoor een route ontstaat voor overdraagbare ziekten (bijv. via levensmiddelen of verontreinigde omgevingen).